Fietsen
Daan en Yannick zijn een eindje aan het fietsen. Halverwege stapt Daan af en laat zijn banden leeg lopen. ‘Waarom doe je dat nou?’ vraagt Yannick. Waarop Daan antwoordt: ‘Mijn zadel stond te hoog.’
Een algemene categorie voor alle moppen die niet direct ergens anders kunnen worden ondergebracht. Maar dat wil niet zeggen dat ze niet grappig kunnen zijn natuurlijk.
Daan en Yannick zijn een eindje aan het fietsen. Halverwege stapt Daan af en laat zijn banden leeg lopen. ‘Waarom doe je dat nou?’ vraagt Yannick. Waarop Daan antwoordt: ‘Mijn zadel stond te hoog.’
Een man die alleen in een herberg zit, kijkt verheugd op wanneer een tweede klant klant binnenkomt en zegt tot deze: "Drink een pintje op mijn kosten" Waarop de tweede klant zegt: "Nee, dank u, eens gedaan, nooit meer..." "Een kaartje leggen dan?" "Neen, heb ik 1 keer gedaan, heb me verveeld, nee nooit meer." "Zin in een partijtje biljart dan?" "Neen, 1 keer gedaan, geen tweede keer..., maar als u wat wacht, mijn zoon komt dadelijk, misschien speelt die wel mee." "Uw enige zoon zeker?"
Monopoly is leuk, maar het bevat heel oude dingen die niet meer geldig zijn.
Er bestaat gratis parkeren, er is een luxebelasting en rijke mensen kunnen zelfs de gevangenis in.
Op kerstavond, een hele tijd geleden, maakte de Kerstman zich klaar voor zijn jaarlijkse klus...... maar er waren ontzettend veel problemen. Vier van de elfen waren ziek en de leerlingelfen produceerden het speelgoed niet zo snel als gewoonlijk het geval was, dus begon de Kerstman toch wel bang te worden dat hij niet op tijd klaar zou zijn.
Dan komt zijn vrouw hem ook nog vertellen dat haar moeder op bezoek komt. Hierdoor raakt de Kerstman nog meer gestressed. Wanneer hij de rendieren voor zijn arrenslee spant, ontdekt hij dat drie van hen net een jong moeten baren en twee over het hek gesprongen zijn, Joost mag weten waar ze uithangen. Nog meer stress.
Wanneer hij begint met het laden van de slee, breekt een van de planken van de slee af en de zak met speelgoed valt op de grond en het speelgoed vliegt in het rond. Het spreekt vanzelf dat de Kerstman niet bepaald in zijn beste humeur is...
Dan gaat de deurbel en de Kerstman gaat naar de deur en verwacht weer een nieuw probleem. Hij opent de deur en daar staat een klein engeltje met een hele grote kerstboom om de Kerstman op te vrolijken. De engel zegt op liefdevolle toon: "Zalig Kerstfeest lieve Kerstman. Is het vandaag geen prachtige dag? Ik heb een mooie boom voor u. Is het geen prachtige boom? Waar wilt u hem insteken?"
En zo begon de traditie van het engeltje boven op de kerstboom.
Twee vissers zitten in een bootje op het meer. Komt er ineens een windsurfer langs: ZOEFFF...
Het bootje schommelt, en de vissers mopperen wat. Even later komt de surfer weer langs: ZOEFFF...
En wat later opnieuw: ZOEFFF...
"Nou heb ik er genoeg van!" roept een van de vissers kwaad. Als de surfer weer nadert, gooit hij een steen in zijn richting.
Die raakt de surfer aan zijn hoofd. Hij tuimelt van zijn plank en verdwijnt onder water. Een paar seconden verstrijken, maar de surfer komt niet boven. Verward kijken de vissers elkaar aan. Dan besluiten ze dat dit toch niet de bedoeling was, en ze roeien snel naar de plek waar de surfer gezonken is. Een van de visser duikt in het water. Even later komt hij weer boven met een levenloos lichaam. Ze hijsen het aan boord.
"Hij ademt niet meer", zegt de andere visser, "ik zal hem mond op mond-beademing moeten geven."
Zo gezegd, zo gedaan. De visser neemt diep adem, en blaast de lucht in het koude lichaam. "O man," roept hij vervolgens uit: "DIE heeft een slechte adem!"
De andere visser bekijkt het lichaam nog eens goed en vraagt dan: "Zeg eens, weet je zeker dat die surfer schaatsen droeg?"
Roosje, een zeer knap meisje, gaat voor het eerst naar haar nieuwe school en wordt door de juffrouw aan de klas voorgesteld. "Kinderen, dit is Roosje en ze komt bij ons in de klas." Na haar korte betoog vraagt juffrouw: "Naast wie mag Roosje zitten?" Waarop een zeer lelijk jongetje zegt: "Naast mij." De juffrouw vind het goed en Roosje gaat naast de jongen zitten. De jongen vraagt aan Roosje: "Waarom hebben jouw ouders jouw roosje genoemd?" Waarop roosje antwoord: "Toen ik geboren werd viel er een rozenblaadje op mijn hoofdje." Roosje aan de jongen: "Hoe heet jij dan?" Waarop de jongen antwoord: "Dan heet ik koelkast!!!"
Een man moet in de druk café even naar de WC. Om te voorkomen dat zijn zojuist getapte pilsje wordt opgedronken, zet hij er een briefje bij. Op het briefje staat: 'Ik heb erin gespuugd.' Als de man terugkomt van de WC ziet hij dat zijn pilsje er nog staat.
Het briefje met 'Ik heb erin gespuugd' staat er ook nog.
Alleen heeft iemand erbij geschreven: 'Ik ook.'
'Pap, jij zegt toch altijd dat je niet alles moet geloven wat er geschreven staat?' 'Ja, jongen, dat is ook zo'. 'Wil je dan nu even mijn rapport aftekenen?'.