De zeven dwergen gaan naar het Vaticaan en, aangezien ze een audiëntie hebben gevraagd en omdat ze DE zeven dwergen zijn, worden ze naar de paus gebracht. Dopey staat vooraan.
"Dopey, mijn zoon," zegt de paus, "wat kan ik voor je doen?"
Dopey zegt: "Sorry, Uwe Excellentie, maar zijn er dwerg-nonnen in Rome?" De paus haalt zijn wenkbrauw op vanwege deze vreemde vraag, denkt een ogenblik na en antwoordt: "Nee Dopey, er zijn geen dwerg-nonnen in Rome."
Op de achtergrond beginnen een aantal dwergen te giechelen. Dopey draait zich om en werpt hen een strenge blik toe. Dopey draait zich weer om naar de paus en vervolgt: "Uwe Edelachtbare, zijn er dwerg-nonnen ergens in Europa?" De paus, nu zeer verbaasd, denkt nog een ogenblik hard na en antwoordt dan: "Nee Dopey, er zijn geen dwerg-nonnen in Europa."
Op dit moment schieten alle zes de dwergen in de lach. Dopey draait zich weer om en geeft ze een strenge blik, waarna de andere dwergen na enig gegiechel weer stil zijn. Dopey keert zich weer naar de paus en zegt: "Meneer de Paus, bestaan er überhaupt dwerg-nonnen ergens in de wereld?"
De paus zegt: "Nee, mijn zoon, er zijn helemaal geen dwerg-nonnen waar ook ter wereld."
De andere dwergen schieten in een enorme lachbui, rollend over de vloer, de buikjes schudden van de lach, tranen biggelen hen over de wangen en ze roepen: "Dopey heeft een pinguïn geneukt! Dopey heeft een pinguïn geneukt!"