Algemeen

Drie mannen - Piet, Pol en Je - bieden zich aan voor een job in Engeland. Voor ze beginnen met het interview wordt hen verteld dat ze tijdens het gesprek een zin moeten vormen waarin de woorden green, pink en yellow voorkomen. Piet is de eerste en zegt: 'I wake up in the morning, I eat a yellow banana, a green pepper and in the evening I watch the Pink Panter on TV.' Pol doet het als volgt en zegt: 'I wake up in the morning, I see the yellow sun, the green grass and I think to myself: I hope it will be a pink day.' En ten slotte zorgt Jan voor deze uitsmijter:' I week up in ze morning, I hear ze phone 'green.....green...green...' I pink up the phone and I zay 'Yellow?'.....

Moeder en vader nemen Jantje mee naar de supermarkt, waar Sinterklaas op bezoek is. Wanneer de Sint vraag wat Jan graag zou hebben, fluistert hij dat in zijn oor. Terug thuisgekomen vragen vader en moeder wat Jantje aan de Sint gevraagd heeft. 'Dat zullen jullie wel zien op 6 december', antwoordt Jan.

In een inrichting houd een gekke patiënt zichzelf voor dat hij dood is, ook naar andere toe houd hij vol dat hij dood is. De psychiater die deze patiënt behandeld besluit over te gaan op een pragmatische aanpak. “Wist u dat de doden niet bloeden?” Antwoordt de patiënt “Ja, dat klopt helemaal.” Vervolgens haal de psychiater een speld tevoorschijn en prikt daarmee de man in zijn vinger. Er komt een druppel bloed tevoorschijn. “Zie daar, bloed!”



Waarop de patiënt zegt: “Oh, dus de doden bloeden toch!”

De dubbelgangers van Saddam worden bijeengeroepen na een aanslag op de echte Saddam. De persvoorlichter deelt mede: "Heren ik heb een goed bericht en een slecht bericht voor u. Het goede bericht is; Saddam leeft nog. Het slechte bericht is; hij mist een arm...

Een dief staat voor de rechter. Die vraagt hem: ‘Ik zie hier dat u niet alleen geld, maar ook horloges en juwelen hebt gestolen, klopt dat?’ ‘Jazeker’, zegt de dief. ‘Mijn vader zei altijd: van geld alleen word je niet gelukkig!’

Een politieagent ziet een jongetje rijden zonder licht op zijn fiets “Zo zo, heb jij die fiets van de sint gekregen?” zegt de agent “Ja” antwoordt het jongetje “Vraag volgende keer aan de sint of hij er ook lichten erop zet!” het jongetje zegt: “Maar heb jij dat paard dan ook van sinterklaas gekregen?” “Ja jongen” zegt de politieagent trost.



Waarop het jongetje zegt: “Kan jij dan de volgende keer aan sinterklaas vragen of hij de lul eronder zet in plaats van erop?”

Een man komt op een bruiloft en zegt tegen de ober: ‘Vroeger had ik een hekel aan bruiloften.’ Zegt de ober: ‘Oh, waarom dan?’ ‘Want er kwamen altijd ooms en tante's die me dan een duw gaven en zeiden: "Nu jij hè!" Ze zijn er mee gestopt toen ik hetzelfde deed bij hen op begrafenissen.'

' U bedoelt dus dat u een overlijdensakte wilt doen veranderen, dokter?' vroeg de bediende van het gemeentehuis. 'Ik vrees dat dat onmogelijk zal zijn zonder een gerechtelijke uitspraak. Er bestaan strenge regels voor zulke dingen, dat weet u toch wel?' ' Ja, ik weet het', antwoordde de dokter. 'Maar dit is een ongewoon geval. Ik was zeer gehaast, toen ik de akte invulde en nu is het me te binnen geschoten dat ik mijn eigen naam heb ingevuld op de plaats waar de oorzaak van het overlijden moest worden ingevuld.'

Er zitten twee mannen aan de bar als plots de ene zegt: “Jeetje, wat ben jij ongezellig, je zit al een uur naar die kapstok te kijken!” “Ja maar…” zegt de andere man “ik kijk naar mijn jas” De ene man zegt: “Doe toch niet zo raar man, ik zit toch ook niet steeds naar mijn jas te kijken? ”



Waarop de andere man zegt: “Nee, maar dat is ook helemaal niet nodig, want jou jas is al uren weg! ”

Er komt een man in een restaurant en hij bestelt een biefstuk. Die is zo groot en lekker dat hij besluit de volgende dag terug te gaan om nog een keer zo’n grote biefstuk te bestellen. Wanneer de ober het bord brengt, kijkt de man verbaasd naar de kleine biefstuk. Hij zegt: ‘Gisteren was de biefstuk veel groter.’ Waarop de ober antwoordt: ‘Helaas, de biefstuk was toen niet groter, maar het bord was toen kleiner.’