Een man werkte voor een wegploeg. Op een dag werd hij ziek wakker met een keelontsteking, maar als toegewijde medewerker ging toch hij aan het werk.
De baas had medelijden met hem en wilde niet dat hij fysieke arbeid zou verrichten, ook al waren ze bezig met het repareren van een deel van de snelweg.
Hij zei tegen de arbeider: “Waarom ga je niet verder de weg op en zeg je tegen de mensen dat ze langzamer moeten rijden tijdens de werkzaamheden?”
De werknemer is blij met de rustige dag en doet wat hem wordt opgedragen. Hij stopt het eerste voertuig dat langskomt.
‘Meneer,’ fluistert hij, terwijl zijn keel nog rauw aanvoelt. ‘Vertraag alstublieft, verderop is er een werkploeg.’
‘Oké,’ fluistert de chauffeur terug, ‘ik zal proberen ze niet wakker te maken.’