Een aantal renpaarden in een stal staat tegen elkaar op te scheppen.
"Van mijn laatste 15 wedstrijden heb ik er 8 gewonnen," zegt de één.
Een ander paard valt hem in de rede: "Nou, ik heb er 19 van mijn laatste 27 gewonnen!"
"Dat is mooi, maar ik 28 van de 36," zegt weer een ander en zwaait met zijn staart.
Dan komt er plotseling een hazewindhond binnen. "lk wil niet opscheppen," zegt hij, "maar ik heb van mijn laatste 90 races er 88 gewonnen." Doodse stilte in de stal.
"Nee maar," zegt het paard dat als eerste van zijn verbazing is bekomen, "een hond die kan praten!"
5 verschillende moppen
Kleine Marietje
Kleine Marietje was niet de beste leerling op de katholieke school. Meestal lag ze tijdens de les te slapen. Op een dag vroeg de lerares, een non, aan haar terwijl ze lag te pitten: "Vertel eens Marietje wie schiep het universum?" Toen Marietje niet antwoordde, pakte kleine Japie, haar vriendje die achter haar zat, zijn potlood en prikte haar in haar zij om haar wakker te maken. "God allemachtig!" schreeuwde Marietje. "Heel goed!" zei de non en vervolgde de les. Even later vroeg de non aan Marietje: "Wie is onze Heer en zaligmaker?" Maar kleine Marietje lag alweer te pitten. En weer redde Japie haar door haar in haar kont te prikken met zijn potlood. "Jezus Christus!!!" schreeuwde Marietje. En weer complimenteerde de non Marietje en zakte deze weer in haar dromen weg. De non stelde haar voor de derde keer een vraag: "wat zei Eva tegen Adam nadat ze haar 21e kind had gekregen?". Weer redde Japie haar, maar dit keer sprong Marietje op en schreeuwde: "Als je dat ding nog een keertje in mijn kont steekt, breek ik hem doormidden!!!". Toen viel de non flauw.....
Mannetjes
Reed ik gisteren van werk naar huis, zie ik plots een groen mannetje huilend langs de weg staan. Ik stop, ga er naar toe en vraag wat er is en of ik hem misschien ergens mee kan helpen. “Ik kom van Venus, ben homofiel en heb honger...” “Ohh” zeg ik verbaast “Ik heb nog een boterham die ik je wel kan geven, maar verder kan ik je helaas niet helpen” Ik gaf hem mijn laatste boterham en reed verder.
Even later zie ik een rood mannetje huilend langs de weg staan. Weer stop ik en vraag wat er is en of ik misschien kan helpen. “Ik kom van Mars, ben homofiel en heb ontzettende dorst...” Ik geeft hem mijn blikje cola en zeg dat ik hem verder niet kan helpen.
300 meter verderop zie ik weer een blauw mannetje staan langs de weg. Enigszins geïrriteerd stop ik weer, ga naar het mannetje toe en schreeuw: “Zo blauwe homo, van welke kut planeet kom jij en wat moet je van me hebben?” Waarop het blauwe mannetje antwoordt: “Uw rij- en kentekenbewijs graag...”