Mark zit met een paar mannen in de kleedkamer van de golfclub. Een mobiele telefoon gaat af en Mark neemt op. Iedereen in de kleedkamer luistert mee naar het volgende gesprek. Vrouw: ‘Schat, ik ben het. Ben je nog op de club?’ Mark: ‘Ja, ik was me net aan het omkleden. Wat ben jij aan het doen?’ Vrouw: ‘Ik ben aan het winkelen en ik heb een onwijs mooi jasje gezien. Het kost maar tweeduizend euro, mag ik het kopen?’ Mark: ‘Natuurlijk, als je het jasje mooi vindt, moet je het kopen.’ Vrouw: ‘Ik heb ook een mooie nieuwe auto gezien. Hij kost honderdduizend euro, mag ik hem kopen?’ Mark: ‘Natuurlijk, als je de auto mooi vindt, moet je hem kopen.’ Vrouw: ‘Geweldig! Trouwens, ik zag onderweg ook een heel mooi huis dat te koop staat voor maar tien miljoen euro. Ik weet dat we dan bijna geen geld meer hebben, maar zullen we het kopen?’ Mark: ‘Goed, als jij het huis mooi vindt, dan gaan we het kopen.’ Vrouw: ‘Oké, ik ga het meteen regelen. Ik zie je later vanavond!’ Mark: ‘Doei, schat!’ Mark hangt op. Het wordt helemaal stil in de kleedkamer. De andere mannen kunnen niet geloven dat Mark het goed vindt dat zijn vrouw al het geld uitgeeft. Vol verbazing kijken ze naar hem. Dan zegt Mark: ‘Weet iemand van wie deze mobiele telefoon is?’
5 verschillende moppen
Kom me duwen
Een doordeweekse avond in het weekend voor velen van ons ...
Een zatlap loopt 's nachts over straat en belt om 4 uur 's morgens aan bij mensen.
De man des huizes staat woedend op en vraagt: "Wat is dat hier, wat scheelt er?"
De zatlap: "Kom me duwen! Je moet me komen duwen!"
Razend zegt de bewoner: "Ik ken je niet eens, het is 4 uur in de morgen, en jij vraagt me om je te komen duwen. Bol het af jong..."
Terug in de slaapkamer, legt hij zich terug in bed, maar zijn vrouw spelt hem de les: "Nu heb je toch overdreven. Het is jou toch ook al overkomen dat je in panne staat met de wagen. Je had die sukkelaar toch wel even kunnen helpen duwen."
Man: "Ja, maar die kerel was strontzat."
Vrouw: "Reden te meer om hem te helpen, het gaat hem nooit alleen lukken. Nee, zo ken ik je helemaal niet, ik ben zeer teleurgesteld in je."
Haar man, helemaal ontdaan, kleed zich toch maar weer aan en gaat naar beneden. Hij opent de deur en roept: "He kerel, ik kom je duwen, waar zit je?"
Zatlap: "Hier in de tuin, op de schommel"
Zoeken
Vrouw: "Wat ben je aan het doen?"
Echtgenoot: "Niets."
Vrouw: "Niets...? Je staart al een uur naar ons huwelijkscertificaat.
Echtgenoot: "Ik zoek de vervaldatum.
Spreekwoorden
'Kinderen', zegt de leraar, 'wie kent er een spreekwoord?' Wim: 'Na regen komt zonneschijn.' Piet: 'Gedeelde smart is halve smart.' Jantje roept lachend: 'Een gek kan meer vragen dan 10 wijzen kunnen beantwoorden.' Dat antwoord bevalt de leraar niet en hij vraagt Jan er nog een te noemen. Jan: 'Wie de schoen past trekke hem aan.' Nu wordt de leraar nijdig: 'Je bent beledigend. Noem eens vlug een ander spreekwoord of ik haal de directeur!' 'Veel geschreeuw en weinig wol', is het antwoord van Jan. De directeur wordt er bijgehaald die Jan onderzoekend in zijn ogen kijkt en met een barse stem beveelt: 'Noem mij eens een spreekwoord!' Jan: 'Een ongeluk komt zelden alleen.' Jan wordt de bank uitgesleept en schreeuwt: 'Bezint eer ge begint!' Het mag niet baten. Jan wordt naar huis gestuurd. Op het schoolplein galmt zijn stem: 'OOST WEST, THUIS BEST!'
Sinterklaas
In een winkelcentrum in Schiedam vraagt Sinterklaas aan een meisje hoe ze heet en krijgt alleen een boze blik. Sinterklaas herhaalt de vraag. Tenslotte antwoordt het meisje verontwaardigd: "Dat heb ik je vanmorgen in Rotterdam verteld en nu ben je het alweer vergeten!"
Motor mee naar de hemel
Een man die verzot is op motorrijden, overlijdt bij een ongeluk. Hij komt bij de hemelpoort en Petrus vraagt hem wat hij het allerliefst mee zou willen nemen de hemel in. De man hoeft niet lang na te denken en kiest ervoor zijn motor mee te nemen.
'Dat is goed zegt Petrus. 'Je mag alleen niet harder dan vijftig rijden in de hemel.' De motorrijder gaat er mee akkoord.
Op een dag toert hij wat volgens de afgesproken snelheid door de hemel, als er plotseling een motor aankomt rijden die wel honderdvijftig km/u rijdt.
De man rijdt verontwaardigd door naar Petrus en vraagt: 'Dat is ook mooi, je hebt duidelijk tegen mij gezegd dat niemand harder rijdt dan vijftig km/u in de hemel en nou wordt ik net ingehaald door iemand die wel honderdvijftig reed. Hoe kan dat nou?'
'Ach,' antwoordt Petrus. 'Je hebt gelijk. Maar ja, dat was het zoontje van de baas.'