Een jonge vrouw was in het lokale supermarktje aan het winkelen. Zij koos een kwart liter halfvolle melk, een kartonnetje van 6 eieren, een karton fruitsap, een krop sla, een halve kilo koffie en een pakje voorverpakt spek. Terwijl ze haar karretje leeg aan het laden was, stond achter haar een man - die duidelijk dronken was - zorgvuldig maar wiebelend op zijn benen te kijken terwijl ze de spullen op de kassaband legde.
De man zei : "Gij zijt zéker nie getrouwd!"
De jonge vrouw was natuurlijk geïrriteerd maar tegelijk geïntrigeerd door het klaarblijkelijk heldere doorzicht van de man, ondanks zijn zichtbare dronkenschap. Ze keek nog eens naar haar zes artikelen op de kassaband, zag hier echter totaal niets speciaals aan en antwoordde: "Wel mijnheer, u hebt absoluut gelijk. Maar hoe hebt u dat zo kunnen zien?"
De man antwoordde: "Oemda ge zoe lelijk zijdt!"
5 verschillende moppen
Boemerang
Hoe noem je een boemerang die niet terug komt als je hem weggooit?
Dat noem je een tak...
Handje
Een dokter wandelt over een begraafplaats. Tot zijn stomme verbazing ziet hij een hand boven een graf uitsteken. Als de medicus naderbij komt en zich vooroverbuigt, hoort hij een zacht stemmetje vragen: 'Dokter, hebt u misschien een middel tegen wormen?'
Verhuizen
Een man moest zijn buurman om hulp vragen om zijn nieuwe bank in de flat te krijgen, omdat deze tussen de deur bleef steken.
Na ongeveer twintig minuten krachtig duwen en manoeuvreren, hijgt de man: 'Ik denk dat we er een einde aan moeten maken. We krijgen ze onmogelijk binnen.”
De buurman kijkt hem langzaam aan: “Wacht wat, naar binnen?!”
Een sterk verhaal
De schoolmeester zegt: 'Kinders, wie een sterk verhaal kan vertellen krijgt een reep chocola.' Jan zegt: 'Meester, mijn vader heeft een snoek gevangen van 80 pond!' Piet zegt: 'Meester, mijn vader was aan het ploegen en ploegde een militaire jeep uit de 2 W.O. op met alles erop en aan en de lichten branden nog!' 'Nou, nou, Piet, dat is wel een heel sterk verhaal!' Piet zegt: 'Als Jan niet 10 pond van die snoek af doet, doe ik de lichten niet uit.'