Een aantrekkelijk vrouw heeft een mooie kledingkast gekocht bij Ikea. Na een paar dagen belt ze de meubelzaak en klaagt dat de kast een paar keer per dag spontaan in elkaar stort. Een mannetje van Ikea komt eens kijken naar het probleem en constateert dat iedere keer als er een trein passeert de kast inderdaad instort. Omdat hij niet kan zien wat het precies begeeft gaat hij in de kast staan om daar, met een zaklamp, alle boutjes, moertje en schroefjes in de gaten te houden. Hij staat in de kast en hoort gestommel. Dan wordt de kast opengetrokken en de Ikeaman staat oog in oog met een gespierde kerel. Het blijkt de vriend van de vrouw te zijn en deze wil weten van de man in de kledingkast van zijn vriendin uitspookt. "Tsja", zegt de Ikeaman "U gelooft het vast niet maar ik sta hier op de trein te wachten".
Ikea
5 verschillende moppen
Bij ambtenaren
Tijdens een bijeenkomst van de ambtenaren wordt er beslist om nog maar één dag in de week te werken, 's woensdags.
Roept er plots ene achteraan in de zaal: "Toch ni élke woensdag?"
Twee wensen
Loopt er een Belg over het strand komt hij een geest in het water tegen die op het punt staat te verdrinken. De Belg zwemt naar de geest toe en red hem. Vervolgens zegt de geest tegen de Belg:"U mag twee wensen doen". Zegt de Belg:"Doe mij maar een fles jenever die nooit opraakt". En de Belg krijgt de fles en drinkt en hij drinkt en hij kijkt en zit de fles nog helemaal vol. Zegt de Belg:"Doe mij nog maar zo'n fles!"
Overspel
Een blondje verdenkt haar vriend van overspel, en hoewel ze toch nog niet volledig zeker is, gaat ze toch maar alvast een pistool kopen. Wanneer ze plots onverwacht zijn appartement betreedt, ziet hij haar in bed liggen met een wulpse brunette.
Het blondje is werkelijk in alle staten! Ze doet haar tas open, haalt haar pistool eruit, en huilend plaatst ze het tegen haar slapen.
Haar vriendje springt uit het bed en roept: "Maar schat toch, doe het toch niet!", waarop het blondje antwoordt: "Ach hou je kop, man, jij bent de volgende!"
Fluiten
Jantje gaat bij oma en opa logeren in de vakantie. Als hij moet plassen roept hij oma en zegt;” Ik moet piesen oma” . “Maar Jantje”, zegt oma, “dat is niet zo netjes zoals jij dat zegt.” “Ja, maar ik moet zo nodig piesen oma” “Laten we afspreken dat je vanaf nu fluiten zegt in plaats van piesen.” Als Jantje ‘s nachts wakker wordt door een nare droom mag hij van opa in het bed van opa en oma komen liggen. Na een tijdje stoot hij opa aan en zegt hij dat hij nodig moet fluiten. “Maar Jantje”, zegt opa, “dat kan toch niet midden in de nacht, zo wordt oma nog wakker!” “Maar opa, ik moet echt heel nodig fluiten!” “Nou vooruit dan maar”, zegt opa. “Doe het dan maar even heel zachtjes in mijn oor.”
Paranoia
Ik vroeg de bibliothecaris of de bibliotheek boeken over paranoia had.
Ze fluisterde stilletjes: 'Ze staan vlak achter je.'