Er is een man, hij ligt stervend in zijn bed in zijn huis. Hij ruikt iets geweldigs. Het is de geur van zijn favoriete chocoladekoekjes.
Met zijn laatste kracht stapt hij uit bed en gaat naar de keuken, waar zijn vrouw van 50 jaar deze prachtige chocoladekoekjes aan het bakken is. Ze liggen op een bord, met zijn vieren, net uit de oven.
Met zijn laatste menselijke kracht reikt hij naar voren om een van de koekjes te pakken.
Zijn vrouw ziet hem, rent naar hem toe, geeft hem een klap op de hand en zegt: ‘Nee, die zijn voor de begrafenis.’