Gisteren was ik gewoon gedurende een minuutje of 5 binnen bij de bakker. Als ik buiten kom staat een agent doodleuk een parkeerticket uit te schrijven! Ik ga naar hem toe, en zeg: Is dat nou nodig, kun je het niet gewoon vergeten?" Hij negeert mij, en schrijft rustig verder. Ik noem hem een irritante klootzak, en hij begint een ticket te schrijven omdat de banden versleten zijn. Dat laat ik zomaar niet gebeuren en begin hem pas goed zwart te maken. "Vuile spoelplank, snor, impotent manneke, analfabeet, verdwaalde woestijnscheet, uitgegroeide aambei,... !! Dit gaat nog zo'n klein kwartiertje verder, en zonder een kick te geven schrijft hij elke minuut een nieuwe bon uit. Op den duur is er geen plaats meer onder de ruitenwissers! Ik zie dat het toch niets uithaalt en geef het op... en loop naar mijn eigen auto, die om de hoek geparkeerd staat.
Parkeerticket
5 verschillende moppen
Van het een komt het ander
Larry's schuur brandde af en zijn vrouw Susan belde de verzekeringsmaatschappij. Susan zei tegen de verzekeringsmaatschappij: ‘We hadden die schuur verzekerd voor vijftigduizend euro en ik wil mijn geld.’
De agent antwoordde: 'Ho, een ogenblikje, Susan. Verzekeren werkt niet zo. Wij zullen de waarde vaststellen van wat verzekerd was en u een nieuw exemplaar van vergelijkbare waarde bezorgen.”
Er volgde een lange stilte voordat Susan antwoordde: ‘Dan wil ik graag de polis voor mijn man opzeggen.’
Wijnpraatje
Een man schenkt een heerlijk glaasje wijn uit, in ‘t bijzijn van zijn echtgenote, en zegt:
“Ik hou héél véél van jou, ik weet niet of ik zou kunnen leven zonder jou.”
Waarop zijn echtgenote zegt: “Ben jij het die praat of is ‘t de wijn?”
De man antwoordt: “Ik ben het die praat, tegen de wijn!”
Biefstuk
Er komt een man in een restaurant en hij bestelt een biefstuk. Die is zo groot en lekker dat hij besluit de volgende dag terug te gaan om nog een keer zo’n grote biefstuk te bestellen. Wanneer de ober het bord brengt, kijkt de man verbaasd naar de kleine biefstuk. Hij zegt: ‘Gisteren was de biefstuk veel groter.’ Waarop de ober antwoordt: ‘Helaas, de biefstuk was toen niet groter, maar het bord was toen kleiner.’
Pudding en Gisteren
Pudding en Gisteren zijn stoute jongens. Op een dag moeten ze voor straf naar de zolder. Opeens moeten ze poepen, maar er is geen wc. Ze besluiten uit het raam te poepen. Per ongeluk poepen ze op het hoofd van een meneer. De meneer belt aan en zegt boos: 'Volgens mij hebben uw kinderen op mijn hoofd gepoept!' De moeder van Pudding en Gisteren zegt: 'Was het Gisteren?’ ‘Nee,’ zegt de meneer, ‘het was vandaag!' De moeder vraagt: ‘Was het Pudding?’ De meneer wordt boos en roept: 'Nee, het was poep!' ‘Nou,’ zegt de moeder, ‘dan zijn het mijn kinderen niet geweest!'
Een Bitcoin-handelaar loopt een bar binnen
Hij loopt naar de bar, bestelt een whisky, betaalt de barman één bitcoin en zegt: "Morgen om deze tijd is het misschien wel een miljoen dollar waard!"
De barman schenkt hem een glas water in en zegt: 'Morgen om deze tijd is het misschien Scotch.'